Handtekening onderzoek
Medewerker B. wordt te kennen gegeven dat hij niet langer in dienst van het bedrijf kan blijven waar hij inmiddels acht jaar werkt. Hij zou bij zijn laatste functioneringsgesprek een rapport hebben ondertekend waarin hij akkoord gaat met een assessment. Omdat hij al vijf jaar specialist is in zijn vakgebied vindt hij het vreemd wanneer hem gezegd wordt dat hij mee moet werken aan dit assessment of anders akkoord moet gaan met een lagere functie of zelfs ontbinding van het contract. Hij herinnert zich niet dat hij getekend heeft en gaat ook niet akkoord met het traject of de consequenties bij weigeren daarvan. In plaats daarvan zoekt hij deskundige hulp bij Justio om de gang van zaken omtrent de handtekening uit te zoeken.
De handtekening is met een inktpen geplaatst waarna het NFO, dat het technisch onderzoek voor Justio verricht, zich richt op de vraag of de handtekening wellicht is nagebootst. Er wordt onder meer gekeken naar de bewegingsrichting, bewegingssnelheid, schrijfdynamiek, variatiebreedte en de hellingshoek. Voor een dergelijk onderzoek is referentiemateriaal nodig van een handtekening die niet betwist is. Om deze reden wordt B. gevraagd een aantal bestaande documenten, waarop zijn handtekening staat, te overleggen alsmede een aantal nieuwe handtekeningen te plaatsen op testmateriaal.
Het blijkt dat alle door B. geplaatste handtekeningen in ruime mate overeenkomsten vertonen maar afwijken van de handtekening op het rapport dat hij zou hebben getekend. Deze variatie is, naar de deskundige mening van de handschriftdeskundige, niet door B. gezet.
Het bedrijf werkt mee aan het tactisch onderzoek door de rechercheurs van Justio, naar de verantwoordelijke. Nasporing levert op dat een collega van B. de handtekening heeft nagebootst en het rapport bij de overige rapporten van zijn afdelingschef had gelegd. De collega was uit op de functie van B. en wist dat hij in principe geen assessment hoefde doen en ook niet wilde doen. Door het rapport te ondertekenen uit zijn naam zou B. er toch aan vast zitten vanwege het nieuwe beleid. De interne wisselingen van afdelingsmanagers en de hectiek binnen het bedrijf moesten ervoor zorgen dat dit niet aan het licht zou komen.